De Ahmadiayya Moslim Gemeenschap organiseerde op 5 april 2024 een symposium in de Haagse Humanity Hub: Israël & Palestina: De Weg Naar Vrede. In enkele uren tijds mochten circa 10 sprekers* individueel en in panelgesprekken hun wegen naar vrede presenteren en onderling in gesprek gaan. Het symposium werd gevolgd door een iftar maaltijd. Enkele persoonlijke impressies, mede in het verlengde van de artikelen die ik in oktober 2023 en maart 2024 schreef. Het symposium leidde – in weerwil van de titel De Weg naar Vrede – niet tot een gedeelde eenduidige conclusie. De organisatie deed geen poging om gemeenschappelijke delers te zoeken. In die zin bleef het bij het delen van het verlangen naar vrede in het Midden-Oosten of – zoals het ook wel werd verwoord – bestaanszekerheid en veiligheid voor alle mensen in Israël en Palestina. Ook de mondelinge en schriftelijke inbreng vanuit de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap was en is doordrenkt met dit verlangen. De gemeenschap heeft een eigen digitaal documentatiecentrum en een campagne.

Voor een relatieve buitenstaander is de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap lastig te duiden binnen de grotere wereld van de Islam. De gemeenschap ontstond in Brits-Indië (1889) en heeft haar wortels in het huidige Pakistan. De Ahmadi-moslims worden in Islamitische landen – inclusief Pakistan – vervolgd. Mijn beeld is vooral gevormd door een gesprek met een imam van de Ahmadi-moskee (Baitunnoer) in Nunspeet tijdens de nationale iftar maaltijd (2022) en door dit symposium, met name een tafelgesprek met een Ahmadi-moslim uit de omgeving van Den Bosch. Mijn beeld is dat de beweging zelfbewust is en wil bijdragen aan het welzijn van mensen in hun omgeving. Tegelijk nemen ze net als vele andere religieuze stromingen aan dat het eigen geloof in de kern goed is en dat de wandaden die ook in naam van hun geloof gepleegd worden niets van doen hebben met het pure of ware geloof. Mijn overtuiging is dat de relatie tussen geloof en wandaden ambivalent is, ook waar het gaat om christendom (apartheid, antisemitisme, geweld, kapitalisme, misbruik natuur, onderdrukking vrouwen …). Dergelijke ontsporingen verdienen alle aandacht, hoe beschamend ook.

Menselijke waardigheid

Het eerste punt waar we elkaar wellicht hadden kunnen vinden is de waardigheid van ieder mens. Waar die waardigheid in het geding is, dienen we te luisteren naar de verhalen en beelden van de slachtoffers en onze stem te verheffen. Op dit niveau mogen we geen onderscheid maken tussen de Israëlische slachtoffers (doden, gewonden, gegijzelden) van 7 oktober 2023 (en hun nabestaanden en verwanten) en de Palestijnse slachtoffers van voor en na 7 oktober 2023. Daarbij mogen we de trauma’s uit verleden, heden en toekomst niet onderschatten. Chaja Polak publiceerde onlangs haar gedachten over Israël en Gaza: Brief in de nacht. Zij laat o.a. zien dat getraumatiseerde mensen niet de ruimte meer hebben voor empathie met anderen. Van de getraumatiseerde kinderen in Gaza zullen er – als er geen vrede komt – vroeg of laat ook velen de wapens oppakken, uit wraak en als strijd om bevrijding en recht. Daarmee blijven we in de cyclus van geweld en tegengeweld, met alle wreedheden van dien.  Hoe dan ook, pleiten voor humanitaire hulp is de eerste prioriteit. Ik lees dat ook in een verklaring van de Protestantse Kerk in Nederland.

Een adres om te pleiten voor humaniteit?

Maar dit gezegd hebbende komt ogenblikkelijk de vraag aan de orde tot wie we ons zouden kunnen richten. Afgaande op de uitlatingen van de Israëlische ambassadeur in Nederland Modi Efraim in Trouw ontkent zijn regering zelfs de ernst van de humanitaire ramp die zich in Gaza voltrekt. Bovendien voert hij aan dat Israël de humanitaire hulp niet blokkeert; z.i. ligt het probleem bij de distributie van de hulp in Gaza. Hij doet de analyse en de signalen van Verenigde Naties af als een mening te midden van vele andere meningen, tot grote woede van één van de sprekers. Het was wel opvallend dat niemand op 5 april sprak over een actie aan het adres van Hamas om de gegijzelden vrij te laten. Evenmin werd nadrukkelijk genoemd dat Israël Palestijnen gegijzeld houdt in zijn gevangenissen. Degenen die vanuit de Ahmadiyya spraken waren opvallend gematigd in hun terminologie. Het waren andere genodigden die vrijelijk een term als ‘genocide’ gebruikten.

Duidelijk is wel dat noch Israël noch Hamas zich laat gezeggen door de VN, de VN veiligheidsraad of het Internationaal Gerechtshof. De vraag wordt dan hoe we dan wel druk kunnen uitoefenen op de regering van Israël en de leiders van Hamas. Het gesprek op 5 april spitste zich toe op de door Nederland uit te oefenen druk op Israël. Onvermijdelijk kwamen het verbreken van allerlei vormen van samenwerking ter sprake: militair, economisch, wetenschappelijk etc. ter sprake.

Houdingen in Nederland

Het kabinet wilde direct na 7 oktober niets weten over de context van de terroristische aanval door Hamas en verdedigde het recht van Israël op zelfverdediging. Sindsdien volgt het kabinet in grote lijnen de opstelling van de Verenigde Staten. Deze opstelling werd en wordt gepercipieerd als pro-Israël. In het verlengde hiervan ligt het verwijt dat het kabinet met twee maten meet als het gaat om het naleven van mensenrechten en de eerbiediging van de internationale rechtsorde. Israël kan zich meer permitteren dan Rusland, zo luidt het verwijt. Een vraag daarbij is of beide situaties zich zo eenvoudig laten vergelijken. Binnen een politieke partij als GroenLinks-PvdA is deze kwestie een open zenuw. Hoe dan ook, het verwijt van die dubbele moraal vindt wereldwijd weerklank en is schadelijk voor de positie van het Westen, net zo goed als dat de machteloosheid van de VN ten koste gaat van het vertrouwen in internationale samenwerking en rechtsorde.

De media laten een meer divers beeld zien, zij het dat de beelden en waarderingen van die opstelling uiteen gaan. Volgens de een domineert een pro-Israël houding, volgens de ander sympathiseren de media juist met de Palestijnen. Wellicht is de mening sterk afhankelijk van de media waarvan je gebruik maakt. Zeker de kwaliteitskranten die ik lees (Trouw, NRC) geven een evenwichtig beeld, waarbij de worsteling soms ook zichtbaar is.

In de samenleving – inclusief op straat – gaat er het er veel ruiger aan toe. De neiging is groot om individuen in Nederland aan te spreken (of zelfs aan te vallen) op de daden van hetzij de regering van Israël, hetzij de militaire vleugel van Hamas. De regering van Israël, de bevolking van Israël en alle Joden in Nederland zijn dan de te bestrijden vijand. Iets dergelijks geldt ook voor de militaire tak van Hamas, de bevolking van Gaza en de Westbank, de Islam en alle moslims in Nederland. De individuele Nederlandse Jood respectievelijk moslim krijgt dan de schuld van de Israëlische acties in Gaza dan wel de terroristische aanslag van 7 oktober. Het is een veeg teken dat Nederlandse Joden nu extra bescherming moeten krijgen. Niet ten onrechte spreekt men over een oplaaiend antisemitisme en – minder veelvuldig – over een versterkte moslimhaat.

Ook binnen de kerken maakt de oorlog in Midden-Oosten allerlei tegenstellingen – soms zelfs conflicten – zichtbaar en hoorbaar. De onopgeefbare verbondenheid met het volk van Israël versus een existentiële solidariteit met de Palestijnse bevolking, bij zowel moslims als christenen (zoals ds. Munther Isaac) als seculieren. De beweging Christenen voor Israël reageerde binnen enkele dagen op de eerder genoemde verklaring van de Protestantse Kerk in Nederland met een open brief; de relatief evenwichtige verklaring die sterk inzet bij de waardigheid van ieder mens wordt onomwonden afgewezen. De kerk dient het Gods heilsplan met Israël en de wereld centraal te stellen, inclusief de rechten van Israël op het gegeven en beloofde land.

Een perspectief op lange termijn?

Het gedeelde perspectief op korte termijn dat tijdens het symposium naar voren kwam, is een staakt het vuren, adequate humanitaire hulp voor de bevolking van Gaza en de vrijlating van de gegijzelden. Israël lijkt eerst Hamas te willen vernietigen alvorens concessies te willen doen; Hamas wil pas spreken over de vrijlating van de gegijzelden als een staakt het vuren is ingegaan.  Zo bezien is een dergelijk akkoord vooralsnog kansloos. Feitelijk legt deze impasse de wortels van het conflict bloot, inclusief de gedeelde geschiedenis, de diverse herinneringen aan die geschiedenis en de achterliggende persoonlijke en collectieve trauma’s. Avishai Margalit schreef ooit een bijzonder boek over de ethiek van de herinnering. Dat boek stemde mij niet echt optimistisch over de oplosbaarheid van dergelijke beladen conflicten. Als we daarnaast ook de geopolitieke overwegingen in ogenschouw nemen, dan kunnen we niet om de belangen en de invloed van bijvoorbeeld Iran, Turkije, Verenigde Staten en Rusland heen.

Het is niet zo moeilijk om – in theorie – je gedachten te laten aan over een lange termijn perspectief. Tussen de extremen van een overwinning van de ene of de andere partij, bevindt zich de tussenpositie van een tweestaten-oplossing. Een oplossing die van beide partijen de bereidheid tot een compromis veronderstelt. Die bereidheid was en is er misschien bij gematigde delen van de beide achterbannen, maar is ver te zoeken bij de regering Netanyahu en de militaire leiding van Hamas. Ik vrees dat die bereidheid onder invloed van de bloedige strijd gedecimeerd is. Het helpt ook niet als we in Nederland onvoorwaardelijk partij kiezen voor hetzij Israël hetzij Gaza. We kunnen wel kiezen voor humanitaire inzet en voor het steunen van vredesinitiatieven van Israëliërs en Palestijnen.

* Sprekers: Gerard Jonkman – The Rights Forum, Stephan van Baarle – Tweedekamerlid DENK; Jasper van Dijk – Ex Tweedekamerlid SP; Taghreed Elkhodary – Palestijnse Journalist; Thomas van Gool – Pax voor vrede; Jaap Hamburger – Een Ander Joods Geluid; Iftikhar Ayaz – Commenwealth of Tuvalu; Thea Hilhorst – Hoogleraar Humanitaire Studies; Hanneke Gelderblom-Lankhout – Ex-politicus / Columnist; Azhar A. Naeem, Secretaris Externe Betrekkingen Ahmadiyya Moslim Gemeenschap