Het in de titel genoemde jaarthema 2023-2024 van de Protestantse Kerk in Nederland is ontleend aan de visienota van onze kerk: Van U is de toekomst. Ontvankelijk en waakzaam leven van genade. Het is een poging van onze synode om meer richting (focus) te geven aan al het kerkelijk werk tussen 2020 en 2025. Het jaarthema 2023-2024 legt het accent op de oecumenische samenwerking. De vraag is wat dit jaarthema kan betekenen voor de presentie van de Protestantse Kerk Den Haag en de wijkgemeente Zuidwest.

Van U is de toekomst – trage kwesties

Het is al weer lang geleden dat ik de visienota voor het eerst las. Wellicht was het al een versie die al voor 2020 rond ging. De opstellers zijn zich ten volle bewust van de maatschappelijke context waar binnen we onderweg zijn: ‘klagend gelukkig’, ‘onzeker’, ‘op zoek naar zin’’, ‘overstresst’ en ‘gepolariseerd’.  Maar ondanks deze en andere zorgen overheerst de dankbaarheid voor ‘wat God ons geeft’. In deze houtskool-schets van de context lijkt het vooral te gaan om menselijke reacties op de achterliggende maar onbenoemde harde kwesties. Publieke diensten (onderwijs, zorg, huisvesting, veiligheid) laten steken vallen; de aarde zucht en kreunt onder de exploitatie door mensen (klimaat, biodiversiteit, stikstof); spanningen en conflicten rond schaarse hulpbronnen en botsende identiteiten, grote verschillen in kansen, inkomens en vermogens; miljoenen mensen op drift. Als onze kerk samen met anderen wil getuigen van geloof, hoop en liefde zal ze ook bereid moeten zijn deze ‘trage’ kwesties onder ogen te zien. Kenmerkend voor deze kwesties is dat ze niet in een handomdraai verdwijnen, dat ze eerder het karakter hebben van onmogelijke dilemma’s dan van oplosbare problemen.  Willen we het uithouden in deze situatie, dan kunnen we niet zonder geloof, hoop en liefde.

Samen getuigen – maar met wie?

Het jaarthema is afgeleid uit één van de hoofdstukken van de visienota: ‘Als kinderen van één Vader’. Toen ik dit hoofdstuk voor het eerst las, was ik zijdelings betrokken bij het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims en In Vrijheid Verbonden. Eerlijk gezegd had ik toen de hoop dat de visienota heel de mensheid zou beschouwen als kinderen van één Vader. Deze gedachte vormt ook een legitimatie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De visienota kiest – tot mijn teleurstelling – voor een beperking tot christenen door de eeuwen heen. Het accent ligt op de samenwerking tussen de kerkgenootschappen, plaatselijk, landelijk en wereldwijd. Het samen getuigen sluit zo onbedoeld anderen uit. Tomáš Halík spreekt in zijn boek ‘De namiddag van het christendom’ over drie vormen van oecumene: dialoog tussen christenen (1), dialoog tussen religies (2) en het bevorderen van saamhorigheid tussen gelovigen en mensen die geen religieus geloof meer hebben (3). Ik deel deze visie. Ik voeg daar aan toe, dat die dialoog en samenwerking per definitie gericht zijn op het heil van de wereld.

Over dialoog en diapraxis

Vroeger maakte ik wel onderscheid tussen een ‘hoge oecumene’ en een ‘lage oecumene’. De ‘hoge oecumene’ was het terrein van theologen en kerkleiders, met hun grote woorden, stellige waarden en sterke verhalen. De ‘lage oecumene’ stond met de voeten in de klei, de situatie onder ogen zien, doen wat in de gegeven omstandigheden nodig leek, samenwerken met mensen van goede wil. De visienota beweegt zich meer in die ‘hoge oecumene’. De ‘lage oecumene’ is zichtbaar in het netwerk DAK (inloophuizen), het werk van Stek, de Klimaatwakers, het wonderlijke kerkasiel (Bethelkapel), Christian Climate Action en vele anderen. Natuurlijk zijn de ‘hoge’ en de ‘lage’ oecumene verbonden. Maar het is wel zaak om beide te benoemen en – vooral – te blijven zoeken naar de interactie tussen beide. Zelf geef ik het primaat aan het geleefde geloof (de praktijk), in al zijn verscheidenheid, en de daarmee verbonden kleine verhalen en overdenkingen.

Gewoon doen!

De website van de Protestantse Kerk biedt allerlei suggesties voor activiteiten in het kader van het jaarthema. Binnen de genoemde beperkingen, zijn daar aantrekkelijke activiteiten bij, zoals de musical ‘Ga mee’ van Kees Posthumus en Juul Beerda. Maar daar naast is het ook goed om als gemeente te bekijken hoe wij zelf – samen met anderen – getuigen van geloof, hoop en liefde. Als Protestantse Kerk Den Haag werken we actief mee aan de Haagse Gemeenschap van Kerken (interkerkelijk) die o.a. de jaarlijkse Prinsjesdagviering (interreligieus/interlevensbeschouwelijk) verzorgt. Ik noemde al het werk van Stek, in onze wijkgemeente o.a. in de Shalom. Maar ook de tijdelijke opvang van asielzoekers (Bosbeskapel) en het werk vanuit onze diaconie zijn praktische voorbeelden van het getuigen van geloof, hoop en liefde en van samenwerken met mensen van goede wil.

Kleine gebaren en inspirerende verhalen

Maar hoe houden we het uit te midden van de genoemde ‘trage’ kwesties? Kunnen en willen – juist nu – getuigen van ‘geloof, hoop en liefde’? Mijn overtuiging is dat ‘geloof, hoop en liefde’ geen deel uitmaakt van de ‘toolbox’ van de kerk, geen instrument dat de kerk naar believen kan inzetten. We kunnen pas getuigen nadat we ‘geloof, hoop en liefde’ ontvangen – ervaren – hebben. De menselijke reactie op die trage kwesties bestaat uit enerzijds het ontkennen van de kwestie en anderzijds het onder druk zetten van autoriteiten om de kwestie snel op te lossen. Daarnaast was en is het aanwijzen van ‘schuldigen’ een veel voorkomende reactie: de grote ondernemingen, de banken, de wetenschap, de mainstreammedia, de migranten, het Word Economic Forum, de Europese Unie, de elite … De complotten duikelen over elkaar. We hebben wat dit betreft net wat te veel ‘rattenvangers van het onbehagen’. Maar dat onbehagen kan reëel zijn, soms zelfs herkenbaar.

Voor mij zijn de genoemde ‘trage kwesties’ uiterst reëel. Ontkennen is onverantwoord. We leven in een ecologische crisis. We hebben van doen met grote en onhoudbare verschillen in kansen, inkomen en vermogen. Mensen trekken weg uit hun land om elders een goed bestaan op te bouwen. Het is ook een illusie om te menen dat snelle oplossingen direct voor handen zijn. Alleen met grof en extreem geweld kan Nederland – Europa – zich tijdelijk afsluiten van de rest van de wereld. Het uitoefenen van druk op autoriteiten en het benoemen van ‘daders’ kan soms functioneel zijn, maar kan ook makkelijk ontaarden. ‘Geloof, hoop en liefde’ kunnen we alleen ontvangen in kleine gebaren medemenselijkheid en zorg voor de aarde.  De kunst is wel om die gebaren op te merken, door te vertellen, te verbinden met Bijbelse verhalen en – binnen de eigen mogelijkheden – deel te nemen aan deze gebaren.

De Protestantse Kerk geeft op zijn website de volgende uitleg bij de afbeelding. Deze uitleg bevestigt de binnenkerkelijke oriëntatie die ik in het artikel onder kritiek stel.

  • Lijn: Vader- en kinderhand zijn getrokken uit één lijn, onlosmakelijk verbonden. Symbool voor het verbond van God met de mens en daarin met de hele kerk.
  • De hand van de Vader komt naar beneden. De hand van het kind reikt omhoog, in overgave en aanbidding. 
  • Bloed en waterdruppel vloeien samen. Het symbool van het offer en de doop. Omgekeerd vormt het een hartvorm. Het symbool van liefde.