Boeren, burgers en buitenlui

Tussen ‘kleine luyden’ en ‘academici’

De opkomst van de boer-burger-beweging laat de onvrede zien onder vrij brede lagen van de bevolking. De klassieke volkspartijen CDA, PvdA en VVD hebben moeite om hun achterbannen te enthousiasmeren voor hun visies en beleidskeuzes. Voor zover ze deel uitmaken van de regering falen ze meer dan eens in de uitvoering. De kiezers wijken uit naar de meer radicale flanken en populistische partijen. De BBB lijkt in 2023 de vluchtheuvel te zijn voor kiezers die ontevreden zijn met het gevoerde beleid. De verkiezingen van november 2023 zullen laten zien of de BBB deze positie zal bestendigen.

Mijn (overleden) ouders behoorden van oudsher tot de ‘natuurlijke’ achterban van eerst de ARP en later het CDA. Hoe zouden zij zich verhouden tot de BBB van Caroline van der Plas?

‘Kleine luyden’

Mijn ouders waren praktisch opgeleid: costumière en hovenier. Ze werden geboren in de jaren twintig van de 20ste eeuw.  De geslachten voor hen bestonden uit dienstmeiden, naaisters, arbeiders, handwerklieden en keuterboeren. Ze behoorden tot de zogenaamde ‘kleine luyden’.   De universitaire opleiding kwam pas voor de volgende – mijn – generatie in beeld. Mijn ouders moesten daar wel voor vechten, omdat sommige ‘poortwachters’ meenden dat – gegeven het milieu – MAVO het hoogst haalbare zou zijn.

Deze stap richting universiteit tekende de overgang van een ‘praktisch’ naar een ‘theoretisch’ perspectief. Ze past ook bij de emancipatie van een bevolkingsgroep, de toegenomen welvaart en de opkomst van de meritocratie[i]. Niet de afkomst (traditie), maar de ontwikkeling van het individuele talent is bepalend voor je plek in de samenleving.

Onderscheiden leefwerelden

Hoe we het ook wenden of keren, mijn leefwereld verwijderde zich min of meer van die mijn ouders. Natuurlijk bleven die leefwerelden elkaar overlappen, door de gedeelde levensverhalen en door wederzijdse liefde en zorg. Die verschillen zijn – los van mijn persoonlijke situatie – op allerlei manieren verwoord: stad en ommelanden, theorie en praktijk, mondiaal en lokaal, wereldburger en staatsburger, elite en volk, rationeel en emotioneel. Tot in de tweede helft van de 20ste eeuw hielden die polen het met elkaar uit binnen de respectievelijke zuilen, zeker binnen de ‘volkspartijen’ . Ook de kerken, de sportverenigingen en de militaire dienstplicht droegen bij aan de verbindingen tussen de onderscheiden polen.

Mijn eigen leefwereld is sterk getekend door mijn wetenschappelijke opleiding en de actieve deelname aan de oecumenische beweging. De combinatie van beide leidde tot een ander perspectief op de wereld, op de sociale, ecologische en economische kwesties, op de onvermijdelijke dilemma’s en op de toekomst. Vanuit het perspectief van mijn ouders was dit abstract, rationeel en (dus) vervreemdend. Zij zochten het in de zorg voor en het samenleven met mensen in de directe omgeving, voor het nabije, tastbare en concrete. ‘Werken met wat voor handen is’ was het motto van mijn vader als hovenier en ook als mens.

Politieke filosofieën

Binnen de traditionele en verzuilde volkspartijen konden beide perspectieven samen komen in respectievelijk politieke filosofieën. Dat ging zeker niet zonder spanningen en conflicten, maar ze hielden het tot in de jaren zestig met elkaar uit. Het vertrouwen in en het charisma van het leiderschap speelden hierbij een belangrijke rol. Daarna hielden die vleugels het niet meer met elkaar uit.

Maar de voormalige volkspartijen missen ook een samenbindend verhaal, een visie of politieke filosofie. Ietwat gechargeerd zijn de drie stromingen onder het juk van zowel het neoliberalisme als de instrumentele rede (technocratie) beland. Het faciliteren van het marktmechanisme en een evidence based, doeltreffend en doelmatig beleid. Door deze brillen werden de maatschappelijke ontwikkelingen beschouwd en aangepakt. D66, GroenLinks en Volt gingen en gaan daarin een heel eind mee, zij het met een verdergaande kosmopolitische blik en met een groeiende kritiek op het neoliberalisme. De meer populistische partijen verzetten zich met hand en tand tegen de neoliberale, kosmopolitische en technocratische benaderingen. In zekere zin kiezen ze voor de menselijke maat, maar dan meer dan eens met een niet of nauwelijks verholen voorkeur voor het ‘eigen volk’.

BBB

Binnen deze context presenteert de BBB zich – mede dankzij de persoon Caroline van der Plas – als een nuchter alternatief die dicht bij de belevingswereld van gewone mensen lijkt te staan en die fors afstand neemt van technocratische en kosmopolitische pretenties. Ik weet bijna zeker dat mijn praktisch-opgeleide en in een aantal opzichten traditionele ouders zich aangesproken zouden hebben gevoeld. Of ze op haar zouden stemmen, weet ik niet zeker. Hun trouw aan het CDA was groot.

De leefwereld van mijn ouders was sterk bepaald door de gereformeerde zuil, de lokale samenleving en de Nederlandse context. De buitenwereld kwam mondjesmaat in beeld. Op enkele overweldigende uitzonderingen na, stond die leefwereld min of meer onder controle van een bevoegd gezag. De laatste decennia werd die leefwereld overweldigd door bedreigingen en uitdagingen die goeddeels buiten de controle van een bevoegd gezag liggen. Ze lijken ons te overkomen. De middenpartijen proberen daar desondanks grip op te krijgen, via internationale samenwerking en allerhande technocratisch aandoende maatregelen. De BBB koestert daarentegen de romantische idee van een boer(in) en burger die op basis van de eigen waarnemingen bepaalt wat goed is voor het eigen land, de eigen dieren en de eigen samenleving. Die schijnbare nuchterheid van de BBB heeft een schaduwzijde, namelijk wantrouwen richting wetenschap en vreemdelingen.

Mijn ouders overleden in 1998 en 2014. Natuurlijk kan ik alleen maar speculeren over hun politieke voorkeur in 2023. Ik vermoed en hoop dat ze niet zouden bezwijken voor de verleidingen van de BBB.

[i] Michael J. Sandel, De Tirannie van verdienste. Over de toekomst van de democratie. Ten Have 2020