Minister Blok wil dat zijn diplomaten en ambtenaren zich meer kennis verwerven over de rol van religie. Bijna gelijktijdig komen de Vrije Universiteit Amsterdam, de ontwikkelingsorganisatie ICCO en de ACT Alliance met een bijzondere leerstoel ‘Religion and Sustainable Development’. Prof. dr. Azza M. Karam hield op 13 juni 2019 haar inaugurele rede. De leerstoel lijkt – voor de minister – een geschenk uit de hemel. De ondertitel van de rede bevat een intrigerende vraag: ‘From Overlooking to Commodifying Faiths?’. Religie zou dan eerst genegeerd zijn en zou nu gebruikt worden. Hoe verhoudt deze vraag zich tot de ambitie van de minister?
Protestants?
De huidige bijzondere leerstoel aan de VU volgt op een eerdere leerstoel aan het ISS (Erasmus University). Deze was ingesteld door Cordaid, ICCO en Religies voor Vrede. De hoogleraar Gerrie ter Haar werkte nauw samen met het Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling en ook met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze samenwerking leidde onder andere tot de publicatie ‘Religion and Development. Ways of Transforming the World’ (2011). Hoewel ICCO bij al deze initiatieven actief betrokken was, ontbreekt iedere verwijzing naar dit recente verleden. De ISS leerstoel werd breder gedragen; deze nieuwe leerstoel heeft haar wortels in het protestantisme (VU en ICCO).
De protestantse identiteit komt in de rede niet tot uitdrukking. Azza Karam kiest – wat religie betreft – voor een buitenperspectief. Dat is in een academische setting misschien niet te vermijden, maar ik ben wel benieuwd hoe ze haar betoog had opgebouwd vanuit de praktijkervaringen van ICCO, Kerk in Actie en ACT Alliance en vanuit de protestantse en oecumenische sociale ethiek.
Georganiseerde religie: FBO’s
Een groot deel van de rede beperkt zich tot de georganiseerde religie, maar zonder in te gaan op de reëel bestaande religieuze tradities. Daarmee blijven de goeddeels ‘ongebonden gelovigen’ buiten spel staan. Welke plaats neemt bijvoorbeeld The Earth Charter binnen dit plaatje in? Het gaat weliswaar niet om een religie in strikte zin, maar het beweegt zich wel op het grensvlak van levensbeschouwing, ethiek en praktisch handelen. Pas aan het einde van het betoog – waar religie als integraal deel van de menselijke ervaring beschouwd wordt – gaat het om meer dan alleen de zogenoemde ‘Faith Based Organisations’ (FBO’s).
Overigens is de invulling van de term FBO’s problematisch. Ze omvat zowel de wereldwijde Katholieke Kerk als een willekeurige plaatselijke Pinkstergemeente in Brazilië, zowel een lokale kerkelijke stichting die een enkele school in Rwanda ondersteunt als multinationals zoals World Vision, ACT Alliance en Islamic Relief. Zelfs de bekende christelijke organisaties en politieke partijen in Nederland zijn volgens de omschrijving van Azza Karam FBO’s. Sommige ontvangen veel overheidssubsidies, andere moeten zichzelf bedruipen. Voor de een is de religieuze identiteit bepalend voor al het werk, voor de ander is het weinig meer dan een historisch of statutair gegeven. Meer differentiatie zou het betoog en de leerstoel ten goede komen.
Rechtenbenadering
Tenslotte het laatste – heikele – punt in de samenwerking met FBO’s, namelijk de rechten van vrouwen, homo’s, lesbo’s, transgenders etcetera (LGTB+). Plaatsen FBO’s die die rechten niet alle kunnen beamen zich volgens Azza Karam buiten alle samenwerkingsverbanden? Of krijgen ze de tijd en de ruimte om zich deze rechten op eigen wijze toe te eigenen? Maar betekent dat niet dat de ‘progressieve’ – veelal westerse – organisaties zich hiermee een soort bekeringsagenda aanmeten, een soort seculier proselitisme of zelfs neokolonialisme. Voor mij ligt hier een lastig dilemma, waarbinnen ik zeker geen generieke keuze wil maken. De positie van Azza Karam is mij – op basis van haar rede – niet helemaal duidelijk.
Ondanks deze kanttekeningen kijk ik uit naar de vruchten van deze belangrijke leerstoel. Het onderwerp is te belangrijk om te laten liggen. De minister kan hier zeker zijn licht opsteken.
Recente reacties