Hartelijk welkom bij de Wake voor vluchtelingen 2023. De wake komt voort uit het wonderlijke kerkasiel in deze Bethelkapel 5 jaar geleden. Maar we waken niet alleen om herinneringen op te halen, ons te laven aan de verhalen over de intense betrokkenheid bij één gezin. We waken vooral vanwege de vele mensen die op de vlucht zijn voor geweld, onrecht en gebrek aan bestaansmogelijkheden, vanwege al die mensen die met gevaar voor eigen leven op weg gaan, grenzen passeren, in de hoop op een goed leven elders.
We hebben dit jaar gekozen voor een andere opzet, dus geen 24 uurswake maar een thematisch programma met ervaringsverhalen, getijdengebeden, bezinning en dialoog. Het thema is ‘grenzen’. Het accent ligt op de maatregelen aan de buitengrenzen van Europa, de muren die mede namens ons worden opgetrokken, de mensen die met geweld buiten de deur gehouden worden en – als dat niet lukt – in onmenselijke kampen terecht komen. Daarmee dringen zich ook andere grenzen op. Grenzen die van doen hebben met ethiek, menselijke waardigheid en het gemeenschappelijk goede.
Soms word ik geplaagd door een zekere gewenning aan de situatie. De beelden van de kampen aan de zuidgrenzen van Europa, de overvolle opvangcentra, de rampen op zee, de politieke afspraken met Turkije en wellicht Tunesië, het misbruik van ontwikkelingsgelden voor de opvang van asielzoekers in Nederland, de pogingen om meer gemeenten te betrekken bij de opvang … Het gaat maar door. Ik weet ook al te goed dat gegeven de klimaatverstoring, gegeven de vele conflicten langs etnische en religieuze grenzen en gegeven de schendingen van mensenrechten de situatie de komende decennia zal verergeren. Hoe voorkom ik dat deze gewenning overgaat in onverschilligheid?
In zijn oecumenelezing schetst mgr. Dirk Jan Schoon drie opties om met deze situatie om te gaan. De eerste optie is het probleem relativeren. Ten dele zit dat ook in de gewenning, we laten ons in beslag nemen door andere kwesties. Hierbij past ook de strategie om het geweld te doen plaatsvinden rond de buitengrenzen van Europa, buiten ons zicht. Pas als de situatie in Ter Apel uit de hand loopt, komt het weer dichtbij. De tweede optie is om het probleem te adresseren bij de politiek. We signaleren de knelpunten, geven suggesties om het probleem op te lossen en zetten het een en ander kracht bij door allerhande acties en manifestaties. Voorbeelden: het plan KAN en de brief van religieuze leiders over de uitholling van het budget ontwikkelingssamenwerking. De derde optie van bisschop Schoon is een groot vertrouwen in het probleemoplossend vermogen van wetenschap en techniek. In dit verband kan het dan gaan om de registratie van mensen en allerhande maatregelen aan de buitengrenzen.
Deze drie opties doen zich voor in een context van wantrouwen jegens instituties, conflicten en polarisatie, ook binnen de kerken. Dit speelt bij tal van maatschappelijke kwesties. Onze kerken doen soms een dringend signaal aan de politiek. Soms speelt de kerk dan de rol van de profeet. Het beleid wordt dan in radicale termen onder kritiek gesteld, al dan niet in combinatie met een schets van een aanlokkelijk perspectief van gerechtigheid en vrede. Maar profetie gaat makkelijk over in een wereldvreemd utopisme of het etaleren van goede bedoelingen. Soms probeert de kerk heel praktisch mee te denken over het beleid. Het levensverhaal van Reinhold Niebuhr reikt wat dit betreft wijze lessen aan.[1]
Dick Schoon noemt een vierde optie, eerder ter aanvulling op dan als vervanging van het appel van de kerken op de politiek. Hij probeert in te gaan op de vraag hoe een christen omgaat met de uitdagingen van deze tijd. Als ik zijn betoog in mijn woorden samenvat, dan pleit hij voor een kijken en luisteren naar de tekenen van de tijd en voor een zoeken naar sporen van het scheppende en verlossende werk van God in deze wereld. Het zal een kwestie zijn van ‘zien soms even’. Misschien zien we die sporen eerder in de wonden, de littekens en marges dan in onze kerken of in onze prestaties. Schoon spreekt over een diep besef van genade, van het leven als een geschenk. Bidden en danken zijn hier nauw mee verbonden, vandaar ook de getijdengebeden. Maar binnen deze vierde optie passen ook de soms kleine daden van medemenselijkheid, dus de ontmoeting met asielzoekers, vluchtelingen en andere migranten, de wijze waarop wij over hen spreken en de gastvrijheid die we soms kunnen en mogen bieden. Dat zijn geen druppels op een gloeiende plaat, maar gebaren van humaniteit. Het is sommigen gegeven om ‘meer dan het gewone te doen’. Ook de deelname aan de Nacht van de Vluchteling is een zinvolle daad. Het stemt ook dankbaar dat enkele tieners uit onze Marcuskerk zullen meelopen met deze Nacht van de Vluchteling.
Een kerkelijke gemeente bestaat uit allerlei mensen met verschillende overtuigingen, ervaringen en verwachtingen. Wat dit betreft is een kerkelijke gemeenschap niet veel anders dan de samenleving. We zijn wel samen onderweg, zoekend naar het goede voor alle mensen en heel de wereld. Binnen die zoektocht is het van grote waarde om ervaringen uit te wisselen, dilemma’s te verkennen, ideeën te toetsen, het uit te houden ondanks alles en om te leven van wat komt.
[1] Niebuhr wijst op het structurele karakter van het kwaad (waar we zelf ook deel van uitmaken) en op de ervaring dat de eigen analyse en aanpak fouten kan bevatten. Hij behoort tot de school van het realisme.
Recente reacties